Nooit genoeg

Als ik was afgestudeerd in natuur of wiskunde
Misschien had ik dan de  X formule wel uitgevonden
Of als neerlandicus met een hoge graad
Een prachtig verhaal of gedicht verzonnen.

Stel ik zou een blues zanger zijn met een rauwe strot
Dan zou ik de zoetste ballades met een brok in m’n keel voor je zingen
Als schilder op de top of mijn carriere
Ik maakte ’t mooiste portret gelijk naar jou waar niets op af viel te dingen.

Maar helaas  niets van dit al is bestemd voor mij.

De formule zou weer tien andere vraagstukken opwerpen
Het verhaal werd een trilogie met een vervolg
Zingen ach ik doe m’n best, maar zou mezelf nooit hebben aangenomen
En om zoiets moois te kunnen schilderen, tja, dat blijf denk ik voor altijd een droom.

Maar hoe leg ik je nou uit hoeveel ik om je geef?
Hoe mooi ik je vind en hoe lief je me bent
Ik hou van jou van de wormpjes diep onder de grond
Tot de sterren hoog in de hemel
Daar kom ik denk een heel eind mee in de goede richting
Maar het zal nooit genoeg zijn.