Eilandje.

Eilandje.

Bijna stationair voer ik met de Libertad door de Huigsloot en dacht.
“Ach, wat zou ik graag zo’n eilandje op de Poel bezitten. Een plek waar je je in alle rust kunt terug trekken van het dagelijkse geneuzel.”
Maar zo fortuinlijk ben ik niet, en dat is maar goed ook. Ik zou natuurlijk het eilandje binnen de kortste keren naar mijn hand willen zetten. Nieuwe beschoeiing plaatsen, boompjes en struiken planten waar vlinders en vogels naar harte lust hun gang konden gaan. Een gazon aanleggen die een streling voor mijn poezelige voetjes zouden zijn. Zo’n gazon waar je vroeg in de ochtend met de dauw tussen je tenen, in je blote pielemans, samen met de kikkers de eerste yoga oefeningen doet. Even een frisse duik in de Westeinder, om daarna verder te schrijven aan mijn nieuwe boek, of een nieuw rijmpje voor de kinderboekjes van Pep verzinnen, terwijl op een klein vuurtje het water kookt voor een instant koffietje. Hoe paradijselijk wil je het hebben.

Een beeldschone dame kwam voorbij in haar Canadese kano, en vroeg of ze even bij mij mocht toiletteren. Onderweg naar mijn eco toilet plukte zij een appel die ze rustig op de plank met gat ging oppeuzelen. Plots hoorde ik een harde krak, toen een gil, gevolgd door een hartgrondige vloek.
Met een rood hoofd en onder de smurrie kwam de dame stinkend en wel naar buiten rennen, de tranen stonden in haar ogen.

Ach meid, geen paniek, zei ik. Trek die zooi maar uit en spring alsjeblieft de Poel even in. Terwijl zij als een zeemeermin door het water spartelde probeerde ik haar eens zo stralend witte outfit te redden.

Naakt zat ze even later voor een knapperend vuurtje op te drogen, terwijl haar kleren vrolijk aan de waslijn wapperde. ‘Nu we toch moeten wachten tot mijn kleren droog zijn, kunnen we net zo goed Adam en Eva spelen.’ zei ze.
Hoe aanlokkend haar aanbod ook was, ik zei.’ Ik weet niet eens je naam schoonheid.’
‘Ik heet Eva, en jij bent mijn Adam, kom trek je kleren uit en verwarm mijn maagdelijke lichaam met jou vurige goddelijke hitte.’
Nu ben ik totaal niet kerkelijk opgevoed, maar ergens stond het mij bij dat het precies op dat punt mis ging in de bijbel. Weg paradijs.

Nog net op tijd kon ik het stuur van de Libertad omgooien om een botsing met een praam vol seringen planten te voorkomen.
Ja, zo’n eilandje is prachtig, paradijselijk, maar niets voor jou MisterJack. Jij zou binnen de kortste keren het paradijs om zeep helpen, dacht ik van de schrik bekomen weer in veilig water. En zwaaide vrolijk naar een schoonheid in een Canadese kano. Wel op veilige afstand.