Harde drol.

U wist het waarschijnlijk niet, maar de echte uitvinder van de klapschaats ben ik. Toen Kees Verkerk nog op zijn houten noren furore maakte op de buitenbaan van Innsbruck, was ik al meerdere keren met de schaats geklapt. Terwijl mijn vrienden er met een razende snelheid vandoor gingen, krabde en klapte ik er hevig op los net als Bambie op het ijs. Zwakke enkels, ik kon er maar niet recht op blijven staan ook al was de wil erg groot. En wat ik ook probeerde, vroeg of laat klapte ik er weer doorheen. Verstuikt, verzwikt het was om te janken, altijd gezeik. IJs op de vaart, ijs op mijn enkel.
Veel aan overgehouden heb ik aan de klapschaats niet behalve de wetenschap dat ik geen Hein Vergeer ging worden. Maar dat ik een brekebeen zou blijven werd mij ook al snel duidelijk. Hoe vaak heb ik wel niet met een dik poot gelopen, of beter gezegd gezeten. Het was dus ook niks vreemds toen ik 7 jaar geleden met mijn dronken kop struikelde in Vinkeveen tijdens een avond stappen met Koos en Bri. Drank en zwakke enkels is zelden een goede combinatie gebleken. Terug in de stuurhut kreeg ik een zak diepvries Avico aardappeltjes op mijn enkel en een flinke zeemansborrel voor de schrik. Dronken en blij ben ik daarna de kooi in gelazerd, morgen is het weer over.

Maar het ging niet over, sterker nog, het werd er alleen maar beroerder van. Ik moest vragen of een ander mijn vriend kwam uitlaten. Meewarig schudde zij haar hoofd en zei. ‘Jij hebt toch andere kwaliteiten, concentreer je daar nou eens op.’ En ik werd voor even van de pijn verlost. Maar meteen kwam het besef dat ik van iemand anders afhankelijk was. En als er iets niet bij mij past is dat het wel. Dus er was werk aan de winkel en besloot te gaan sporten maar wel onder professionelen begeleiding van een fysiotherapeut. Zodat ik dit soort gezeik tot een minimum kon beperken. Het hielp maar de klacht bleef ook, zodat we nu maar eens een grondiger onderzoek hebben laten doen.
Mijn enkel slaat regelmatig op slot, en ik barst werkelijk van tijd tot tijd van de pijn. En het weerhoud mij om lange wandelingen met mijn hond te maken waar wij beide dol op zijn.

Op de foto’s was al gauw te zien dat er allerlei rommel zit wat er niet thuis hoorde. De orthopeed stelde een operatie voor waarna ik weer als een kievit door de weilanden kan grasduinen. En ook al kijk ik er een beetje tegenop, ik kan niet wachten. Het herstel kan 2 dagen duren, maar afhankelijk van wat hij tegen komt kan het ook 6 weken duren. Met mijn geluk……… Maar wat zal ik blij zijn als ik hier eindelijk van af ben. Nee, geen vierdaagse voor mij. De marathon laat ik ook links liggen. En op de klapschaats zult u mij nooit tegen komen. Gewoon zonder pijn door de bossen struinen lijkt mij al een zaligheid. Weer een keer stappen door Vinkeveen (ik weet nu de valkuilen) of met dees en gene een flinke wandeling maken die ik al zo vaak heb moeten afzeggen.

Ik weet het, het is maar een klein nood, maar ben het liever kwijt. Een soort van harde drol zeg maar.
En wie wil er nou een harde drol in zijn klapschaats enkel? Niemand toch.