Aanzoek.

Ik had mijn draadjesvlees koningin weer eens ten huwelijk gevraagd. Dat gebeurt zo’n 2 a 3 keer per jaar.
Niks vreemds aan zult u denken.
Maar, wat wil het geval, ze zei geen Nee.
Nee, ze zei ook geen Ja, anders lag ik nu naast mijn maat in het ziekenhuis met een veels te hoge bloeddruk.
Ze lachte alleen maar wat, das positief, lachen.
Lachen is goed en gezond, ik hou van lachen.
Het zou toch wel goed met haar gaan vroeg ik mij
in eens angstig af.
Tuurlijk, ik zie liever een lach, dan dat ik een keihard NEE hoor, maar het is niks voor haar.
Zou ze mild worden en het in overweging nemen?
Een andere mogelijkheid is, dat ze het moe is elke keer Nee te zeggen, ze lacht me nu maar gewoon wat uit.
Vriendelijk, dat dan weer wel, en dat is extra gemeen.
Net als dat je tegen je hond op uiterst vriendelijke wijze zegt dat die een schop voor zijn ballen krijgt als hij nu niet luistert.
En de hond maar kwispelen.
Een derde mogelijkheid is dat ik ondertussen al zo voorspelbaar voor haar ben, dat ze bij voorbaad al in de lach schiet.
Wat op zich ook weer zeer verontrustend is, want stel het komt ooit tot een huwelijk, dan zijn we snel uitgelachen.
Uitgelachen door zo’n stel als dat wij nu zijn.
Lachend om de zogenaamd gelukkige stelletjes om ons heen. Het blijf altijd een feest om te zien hoe het één niet bij het ander hoort. Wij weten het al.
We zien het voor onze ogen gebeuren.
Zij moet er om lachen, wat mij weer aan het kwispelen maakt.
Trek nou niet de conclusie van dat wordt nooit wat met die twee. Het is nu al veel meer als menig stelletje ooit zal bereiken.
Wat niet wegneemt dat ik het nou niet meer aan haar vraag. Tijdens Ajoc doe ik gewoon weer een poging.
Het lullige is alleen dat zij dat ook al weet.