Karton leed.

Karton leed.

Ik zal er geen geheim van maken, maar eens per week rij ik met karton, plastic en heel veel glas naar de containers op de hoek om het allemaal netjes gescheiden op te ruimen. En nee, het zijn geen potjes van Hak, mijn vrouw drinkt namelijk tamelijk veel. Heeft iets met haar achternaam te maken.

Het was weer eens een grote klerezooi bij de papierbak, stapels kartonnen dozen slingerde om en rond de container. Gezien dat het bijna oudejaarsdag was en onze welopgevoede koters er per ongeluk een rotje in zouden kunnen gooien, leek het mij handig dit even te melden. Voor je het weet staat Rijsenhout te boek als Tuindorp 2.
Dus ik bel de Meerlanden die hier zorg voor dragen, en meestal krijg ik dan een allervriendelijkste dame aan de lijn die vraagt om welk nummer het gaat.
‘Dank u wel voor de melding en we gaan er voor zorgen. Nog een fijne dag meneer Muller.’
Je zou blindelings met haar willen daten.
Maar deze keer niet.
‘Wat is uw postcode?’ Vroeg een snerkstem. Ik kreeg meteen een beeld van een links draaiend spinazie vretende sprinkhaan, die de hele kerst alleen had thuis gezeten met haar breiwerkje en sigaretten draaiautomaat. Zo’n type die overal haar heeft en het kan haar werkelijk geen ruk schelen.
‘Wat heeft mijn postcode hier van nut mevrouw, de papierbak zit vol.’ Zei ik zo vriendelijk mogelijk.
‘Voor de melding.’ Zei de bitch bits.
‘Kunt u niet beter vragen wat het nummer van de container is?’ Probeerde ik nog vriendelijk, al werd het beeld op mijn netvlies steeds meer en meer gevuld van een madam Mik Mak roerend in de heksenketel omringt door 7 schurftige katten.
‘Dus u wilt niet uw postcode geven?’ Vroeg de uit containers stelende soepjurk met een stem waar de meeste kinderen zich het apelazarus van zouden schrikken.
Ik snapte dit echt niet en begreep het nog minder. Wat kan mijn postcode hier aan bijdragen? Ik kan wel uit Alkmaar komen. Tegenwoordig ben ik de schaamte voorbij, maar vroeger reed ik ook altijd naar een dorp of 4 verderop met al mijn glaswerk.
‘Luister mevrouw, ik ben links dragend, mijn pincode is 9876, ik ben al jaren erelid van de Methodistische kerk en ik kijk graag lesbische porno met bejaarde nonnen . Ik ben allergisch voor sinas en stem al jaren op de Tegen Partij, mijn postcode is 1435 GK, en dertig jaar geleden ben ik geholpen maar dat had u waarschijnlijk al aan mijn stem gehoord. Kunnen we dan nu eindelijk tot zaken komen?’ Vroeg ik licht geïrriteerd.
Maar de lijn was al dood.
Nou ja, wat jammer nou, dacht ik. Ik voelde net dat we een band kregen en was van plan om haar 06 nummer te vragen. Maar achteraf was die informatie over de sinas misschien niet zo handig van mij.
Zou ze oud en nieuw vieren met een goed glas alcohol vrije yuri yuri? (melk van de Jak) Samen met een heerlijk zelfgebakken toastje besmeerd met een schraal laagje zozu zozu? (kaas van de Jak) Waar je overigens ook heerlijk spruitjes in kan dippen, zat ik mij zo te bedenken onderweg naar de volgende glasbak. Terwijl ze voor de dertiende keer naar 101 Dalmatiërs keek met zeven katten grommend op haar schoot.

Moeiteloos gooide ik de laatste flessen in de welwillende bak. Zal ik voorzichtig aan mijn vrouw vragen of wij ook mee doen aan Dry Januari? We hebben tenslotte allebei een klere hekel aan regen.
Al zou ik willen dat het nu in Australië ging plenzen als ooit te voren.

Ook hier puilde de papier bak natuurlijk weer uit. Zal ik nog een poging wagen? Maar besloot dat ik voor 2019 wel milieu bewust genoeg was geweest.
In 2020 maar weer, en dan maar hopen dat ik de volgende keer die aardige mevrouw weer aan de lijn krijg, want ik ben en blijf natuurlijk wel een opgeruimd type.