Nietpiepenalsutkraakt.

Niet piepen als ut kraakt.

Het vroegere goddelijke lichaam voelt tegenwoordig net als een oud kraakpand. Uitgewoond van binnen, en de buitenkant word er ook niet fraaier op. Iets wat je met een sopje hier en daar en een likje verf niet meer wegpoetst krijgt. Chemicaliën moeten er aan te pas komen, en niet van die lullige sinaspilletjes maar meer het spul waar een nijlpaard zuiver van gaat zingen. Daar knapt vervolgens het rioleringssysteem niet van op en ook de stoppenkast laat te wensen over. Het was een mooi pand met de wildste verhalen, en een deur die altijd open stond. Maar soms denk ik. Slopen die hap. Das meestal als er aan de fundering gerommeld wordt, en altijd op een moment dat het niet uitkomt. Het komt nooit uit.
De vloer kraakt angstaanjagend, ramen en deuren klapperen. En het wachten is op dat de regenpijp gaat lekken, of het putje wat gaat overlopen.

Ach het is best een leuk pand met zijn ondoorgrondelijke gangenstelsel. De talloze nissen en verborgen hoekjes. Een huiskamer waar het voor de een altijd behaaglijk warm was. En voor een ander onder het vriespunt kon afdalen. Het is maar wat je zien wou. De bladders aan de muur, of het licht van de openhaard. De kille tocht uit de kelder, of de bleke zon die door de beslagen ramen naar binnen scheen.

Gelukkig dat sommige er nog eens een emmer sop doorheen gooien, en mijn vriendin liefdevol voor de plantjes zorgt anders zag het er nog somberder uit. En toch ga ik de boel opknappen, er moet weer een feest gevierd kunnen worden. Een frisse wind moet weer door de gangen waaien. De scharnieren worden voorzien van een drupje olie en de ramen gelapt. Nieuw zal het nooit meer worden maar daar was ik toch al nooit zo van gecharmeerd. Hoe ouder het pand, hoe mooier de verhalen.
Al met al zal het wel weer een projacktje worden wat niet vanzelf gaat. Niets gaat vanzelf. Maar met een beetje doorzettingsvermogen moet het toch weer prettig wonen worden in het oude kraakpand.
Ik weet wel dat het beter kan piepen als kraken. En waar je vroeger de ruiten mee ingooide word nu gebruikt om ze te zemen. Maar dat wil nog niet zeggen dat het feest voorbij is. Je moet gewoon een beetje door de troep heen kijken en het stof uit je haren slaan. En voor je het weet stroomt het voorjaarszonnetje weer door het oude kraakpand.
Want piepen helpt niet, en krakend ijs breekt niet.